Einde


Als in de ’20-er, maar zeker ’30-er jaren de autobus meer en meer in zwang komt voor personenvervoer, verliezen de tramlijnen deze functie geleidelijk. Er wordt dan ook regelmatig gesproken over het opheffen van tramlijnen. In februari 1936 belandt op de Provinciale Griffie een verzoek van de N.T.M. betreffende het tot stand brengen van een autobusdienst tussen Quatrebras en Dokkum.  Hiermee wordt in feite het einde ingeluid van de tramlijn tussen Drachten en Veenwouden, nota bene door de N.T.M. zelf.

In maart 1939 doet het gerucht de ronde over opheffing van de tramlijnen Gorredijk-Drachten en Drachten-Leeuwarden (over Suameer, Bergum en Quatrebras). In dezelfde maand delen Gedeputeerde Staten van Friesland aan de Minister mee zich niet te verzetten tegen de te verwachten geleidelijke afbraak van personendiensten langs tramlijnen, mits er minstens gelijkwaardige autobusdiensten voor in de plaats komen. Als dan de tramlijn tussen Gorredijk en Heerenveen geschikt wordt gemaakt voor goederenvervoer, kan de tramlijn tussen Drachten en Veenwouden in zijn geheel gemist worden! De N.T.M. geeft aan te trachten aan deze verbetering te voldoen. 

De vereniging van Dorpsbelang Bergum en de vereniging van Handeldrijvende- en industriële middenstanders te Bergum en omgeving (HIMBO) verwachten veel nadeel van opheffing van de lijn door Bergum. Het personenvervoer kan gemist worden, maar het vervoer van goederen niet. Opheffing heeft grote nadelen voor vervoer van grote vrachten brandstoffen en zendingen van boomkwekers.

De half afgebouwde nieuwe 'hoge brug' ten westen van Bergumerdam. Deze brug is in 2016 vervangen door een nieuwe brug, die nog iets westelijker ligt.

In het tramvraagstuk grijpen drie zaken in elkaar:
1. De Rijkswegenaanleg, waarop de tram ongewenst is;
2. De Kanaalwerken, met nieuw te bouwen, dure, bruggen;
3. De reorganisatie van de N.T.M., voor een beter bedrijfsresultaat.

In 1940 is de kogel door de kerk. Op 19 mei 1940 zal het passagiersvervoer van de tramlijn Leeuwarden-Veenwouden en Dokkum-Drachten worden stopgezet. Er is al toestemming voor het opbreken van de tramlijn tussen Drachten (Folgeren) en de Bergumerdam.

 

Echter, vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de daarmee verband houdende brandstofschaarste, blijft de tram gedurende lange tijd haar diensten onderhouden. Als eind 1944 een trein- en tramstaking uitbreekt, ligt het tramverkeer geheel stil.

Na de oorlog wordt in mei 1945 de dienst geleidelijk opgestart. Als dan in augustus 1945 de opgeblazen trambrug te Bergumerdam is hersteld, is de vooroorlogse situatie teruggekeerd. Ook worden de werkzaamheden aan de nieuwe hoge brug in de aan te leggen Rijksweg 43a over de Groningervaart bij Bergum hervat. 

In februari 1947 meldt de Heerenveensche Koerier dat de N.T.M. van plan is het passagiersvervoer op de lijn Bergum-Drachten met ingang van 17 februari te staken. Zo’n vaart loopt het niet. Pas op 4 oktober valt het op dat er geen trams meer passeren in Bergum. De passagiersdienst is op de lijn geheel stopgezet. Wel kan af en toe nog een goederentram worden verwacht op de lijn Veenwouden-Bergum. In juli 1948 is men bezig met het opbreken van de tramlijn tussen Nijega en Bergum. De vrijgekomen spoorbielzen worden te koop aangeboden.

 

De tramlijn van Bergum naar Veenwouden, die nog steeds in gebruik is, komt in 1949 in gevaar. De N.T.M. schrijft aan Gedeputeerde Staten dat de opbrengsten van de lijn in wanverhouding staan tot de exploitatiekosten. Ook Rijkswaterstaat dringt aan op verwijdering van de lijn in verband met de wegkruising bij Quatrebras. Formeel wordt de gemeente Tytjerksteradeel nog om advies gevraagd. Deze wenst handhaving van de lijn in verband met een uitbreidingsplan van een industrieterrein in de onmiddellijke omgeving van de tramlijn. Er wordt gevraagd met opbreken te wachten tot tenminste 1954. Gedeputeerde staten vinden het advies ‘weinig reëel’ en adviseren de Minister vervolgens dat er geen bezwaar is 

Het opbreken van de tramrails bij het postkantoor aan de Lageweg in Bergum. In het pand is al geruime tijd een kringloopwinkel gevestigd.

tegen het opbreken van de lijn. De Minister verleent de N.T.M. dan ook op 23 juli 1949 machtiging om de lijn op te breken. Dat gaat Tietjerksteradeel wat te snel en sturen het advies, dat zij eerder gaven aan Gedeputeerde Staten, rechtstreeks naar de Minister. Deze schrijft echter op 18 augustus dat het vervoer op de tramlijn zo gering is en de mogelijkheden van toekomstig te vestigen industrieën zo vaag zijn, dat zijn besluit tot opbreken van de lijn stand houdt.

Kort hierna wordt de lijn opgebroken en is de tram in Tietjerksteradeel verleden tijd.

Maak jouw eigen website met JouwWeb