Curieuze zaken
Er gebeurt van alles rond de tram. Opmerkelijke voorvallen halen vaak de krant. Het betreft hier grappige maar ook droevige zaken. Zo valt in januari 1897 een schoenmaker in de buurt van Bergum met zijn achterhoofd op de rails van de tram. De klap komt zo hard aan, dat de man ‘dood bleef’. Hij laat een vrouw en kinderen achter.
In 1903 bezoeken veel mensen uit het hele land wonderdokter Kornelis Wytses in Suameer. Koetsiers vervoeren de patiënten van heinde en verre naar ‘t boerke fan Sumar. De N.T.M. profiteert mee door extra trammen te laten rijden, dit tot ongenoegen van de koetsiers. Het publiek heeft er maling aan: de tram is vlugger en goedkoper. In 1905 komt een einde aan de extra inkomsten van de N.T.M. vanwege het overlijden op 69-jarige leeftijd van Kornelis Wytses van der Wal.
In 1904 verkoopt de N.T.M. voor de prijs van 25 cent een 60 bladzijden dik boekwerkje met de titel ‘Friesland rond per tram’. Dit rit gaat onder andere door de ‘schilderachtige woud- en heidelandstreek tussen Bergum en Veenwouden. Het kan dan wel ‘schilderachtig’ zijn, het betreft hier de armste gebieden van de gemeente Tietjerksteradeel. Van deze armoede is waarschijnlijk niet veel te zien vanuit de tram.
In 1913 komt dan eindelijk de stoomtramverbinding tussen Drachten en Leeuwarden tot stand. Albert Bol, een populaire humorist uit Leeuwarden, zingt hierover een lied:
En de tram naar Suameer, voldoet ons niet al te zeer,
De ligging van de baan, hebben we niets aan.
Door een hele slimme streek, kwam er geen halte aan de Bleek,
Nu bij Veewou de tram de rails der Staatsspoor nam.
Hoe men moppert, protesteert, ’t Oosten blijft geïsoleerd.
Als op 4 mei 1917 een tram onderweg naar Leeuwarden in Quatrebras stopt, ontdekt de conducteur in een veewagen een koe die juist bezig is te kalven. Er wordt besloten het dier deze gewichtige functie uit te laten oefenen en daarna de reis voort te zetten. Dat gebeurt, waarna de reis naar Veenwouden wordt voortgezet. Helaas missen de reizigers naar Groningen, die in Veenwouden moeten overstappen, de aansluiting.
In november 1923 vindt een ongeval plaats op de Bergumerdam, waarbij de tram zijdelings is betrokken. Twee melkwagens, bespannen met paarden, komen bij Logement ‘De Drie Gekroonde Baarzen’ met elkaar in botsing, terwijl de tram in aantocht is. Enkele volle melkbussen rollen over de weg, tegen de rijdende tram. Enkele melkbussen worden platgedrukt. Persoonlijke ongelukken doen zich niet voor, maar de conducteur en één passagier druipen van de melk!
Op 30 april 1935 is de bejaarde B. Boonstra in Bergumerdam bezig met enkele werkzaamheden bij de trambaan. De 80-jarige Boonstra merkt niet dat de ‘twaalfuurtram’ uit Bergum nadert. De tram rijt tegen de kruiwagen aan en door dit voertuig werd Boonstra in de sloot geworpen. Hij loopt enkele verwondingen en een nat pak op.
In februari 1940 is het echt winter. Langs de wegen liggen hoge, stevige sneeuwduinen. Het verkeer, auto’s en trammen, stranden. Het baanvak Drachten-Veenwouden is door de sneeuwduinen onbruikbaar geworden. Met man en macht wordt geprobeerd de sneeuw van de rails te verwijderen. Op 7 februari is men gevorderd tot Bergumerdam, waar de sneeuw ongeveer twee meter hoog ligt. In andere krantenberichten is zelfs sprake van een hoogte van drie meter. Op 8 februari is de baan weer bruikbaar. Zolang de tram als stoomtram over Bergumerdam gaat, dat is ruim 26 jaren, is het nog nimmer voorgekomen dat de tram door sneeuw gestremd was.
Maak jouw eigen website met JouwWeb