Ongevallen


De komst van een nieuw vervoermiddel brengt ook nieuwe gevaren met zich mee. De tram komt in een wereld waarin paard en wagen nog de dienst uitmaken en de automobiel nog niet is verschenen. Men kent de gevaren nog niet, alhoewel het gemeentebestuur van Tietjerksteradeel meent de stoomtram te moeten weren en alleen een paardentram toe te laten op de wegen.

Dodelijk ongeval in Suameer.
In Suameer heeft op 11 juni 1899 ’s avonds om ongeveer half 8 met de paardentram een ernstig ongeval plaats. Conducteur Dirk Stienstra (41 jaar) uit Dokkum, wil op de juist vertrekkende tram stappen maar mist de trede. Hij komt te vallen en op de rails terecht. Het laatste wiel van de voorste wagen en beide wielen van de achterste wagen rijden over zijn dij, juist boven de knie. Hoewel in de Leeuwarder Courant wordt gemeld dat voor het leven van Stienstra wordt gevreesd, blijkt uit de overlijdensakte dat hij vrij kort na het ongeval al overleed.

Dodelijk ongeval op Sumarreheide.
Op 21 juli 1902 om 15.20 uur vertrekt de stoomtram vanuit Suameer in de richting van Drachten. De tramlijn ligt tot aan Nijegaasterhoek hoofdzakelijk op eigen baan over de heide en doorsnijdt daarbij de tuin van arbeider Pieter Engberts Roorda. Als de stoomtram nadert, wil zijn 76-jarige echtgenote Trijntje Hendriks Elzinga, de trambaan oversteken, naar men zegt om haar man koffie te brengen. Hierbij ziet en hoort zij de tram niet aankomen en wordt overreden. Hierbij worden haar een arm en been afgereden. Ze is onmiddellijk dood.

Kinderen.
Op zaterdagmorgen 2 oktober 1909 komt de 5-jarige Fokje, dochtertje van slager  Huizinga, in Bergum onder de paardentram en overlijdt kort daarna. 

 

In Suameer springt op 12 maart 1913 Marten, het 6-jarige zoontje van kastelein Venema, op de treeplank van een rijdende paardentram, valt en komt onder de tram. Hij wordt bewusteloos naar zijn ouderlijk huis gebracht. Een dag later, zonder helder bij bewustzijn te zijn geweest, overlijdt Marten. 

 

Op 26 juli 1922, midden in Bergum, op ‘de Hoek’, komt het bijna 4-jarige zoontje Hendrik van timmerman Wijbe Talman uit Bergum onder een wagon van een passerende goederentram. Met een auto is het gewonde knaapje naar een Leeuwarder ziekenhuis gebracht. Het gaat echter niet goed met Hendrik. Een dag later overlijdt hij.

 

Paardentram op de Lageweg in Bergum.

 

Paardentram in de Tsjibbe Geartsstrjitte in Bergum.

Waterleidingbuizen.
Een ongeval tussen een tram en een vrachtwagen geladen met buizen voor de waterleiding op 16 augustus 1924 te Bergumerdam is landelijk nieuws. Een vrachtwagen geladen met waterleidingbuizen komt in botsting met de tram, die even daarvoor vanuit Suameer richting Bergum is vertrokken. De locomotief raakt de achterwielen van de vrachtauto, die kantelt en zwaar raakt beschadigd. De inzittenden van de vrachtauto, de chauffeur en 4 jongens, die stiekem op de vrachtwagen waren geklommen, komen er wonder boven wonder goed vanaf. Omstanders die het ongeluk zien gebeuren en de zware buizen horen vallen, verwachten 5 doden te zullen vinden.

Bus en tram botsen.
Op 24 november 1925 komen in Quatrebras een autobus en de tram vanuit Veenwouden met elkaar in botsing. Het achterstuk van de bus wordt gegrepen, waarna deze over de kop slaat. De hele bovenbouw van de bus wordt hierbij vernield. De passagiers worden uit de bus geslingerd en komen midden in de glassplinters en tot spanen geslagen spanten terecht. Eigenlijk zijn er maar twee mensen ernstig gewond: 1 passagier met dubbele beenbreuk en 1 passagier glassplinters in zijn gezicht en een hersenschudding. Op 5 mei 1926 volgt een rechtszaak en krijgt chauffeur Bauke Jongsma de strafeis te horen: zes weken hechtenis. Uitspraak: onbekend.

 

Vernielde autobus, Quatrebras. (bron: Leeuwarder Courant).

Adriaan Willem Kramer.

Op 6 maart 1944 vindt er in Bergum een dodelijk tramongeval plaats. De 14-jarige scholier Adriaan Willem Kramer uit Velsen (NH) springt even voor het station uit een nog rijdende tram en probeert meteen daarna op een andere wagon te springen. Dit mislukt totaal, met als gevolg dat hij onder de rijdende tram terecht komt en wordt overreden. Adriaan is vrijwel op slag dood.

Voorpagina-nieuws.
(foto links)

Op 13 juni 1933 vindt tussen Quatrebras en Bergum, ter hoogte van Huis ter Heide (Zomerweg) een zware botsing plaats tussen een kadaverauto van de Nederlandsche Thermochemische Fabrieken (N.T.F.) en de tram die vanuit Bergum richting Quatrebras rijdt. Door de botsing begint de locomotief te steigeren, vernielt een telefoonpaal, ontspoort, kantelt en komt vervolgens met de voorzijde in de richting te liggen, vanwaar zij kwam. Alleen de chauffeur van de vrachtauto raakt licht gewond door glassplinters. Chauffeur Boersma wordt in eerste instantie veroordeeld tot een boete van f 15,- wegens het passeren van een tramweg op de openbare weg, terwijl een tram in aantocht is. Hij gaat in hoger beroep en heeft succes. Op 1 november 1933 wordt hij vrijgesproken.